Goede voornemens
Door Sylvia lagerweij, docent en mentor Atma Instituut
Het is weer bijna zover, de start van een nieuw kalenderjaar, de overgang van oud naar nieuw. Oliebollen, champagne, vuurwerk en natuurlijk… goede voornemens!
Meer lichaamsbeweging, stoppen met roken, minder drinken, bewuster leven. Wat is het toch aan die magische datum van 1 januari die zoveel mensen aanspoort om te gaan veranderen?
Alle verandering is moeilijk
Wij mensen zijn geneigd te denken dat de start van een nieuw kalenderjaar ons de energie geeft die nodig is om nu écht te gaan veranderen. Goede voornemens gaan echter bijna altijd over het veranderen van gedrag en dat is nu juist een van de moeilijkste dingen die er zijn. We onderschatten de mate waarin we vastzitten in ons eigen gedrag en we overschatten onze vaardigheid om daar verandering in aan te brengen. Dat is de reden waarom je er vaak na 3 weken alweer mee stopt, nadat je wanhopig hebt vastgesteld dat het weer niet is gelukt.
De kracht van je gedachten
Ons gewoontegedrag wordt bepaald door onze denkpatronen; deze zijn ingesleten als in een oude grammofoonplaat. Voor blijvende gedragsverandering is tijd nodig en de discipline om veel te oefenen. De kracht van je eigen gedachten is daarbij een hele belangrijke factor. Onze gedachten sturen ons gedrag. Dus als je gedrag wilt veranderen zul je anders moeten gaan denken. En dat kan!
Anders denken in 10 stappen
- Bepaal welk gedrag jij wilt veranderen en stel jezelf een realistisch en haalbaar doel. Dus niet “ik wil afvallen”, maar “ik val 5 kilo af in 3 maanden”.
- Onderzoek dan al je gedachten over eten door jezelf veel vragen te stellen. Wat levert eten jou op, anders dan het stillen van honger? Gebruik jij eten bijvoorbeeld om jezelf te troosten? Of heeft het met jouw normen te maken en vind je bijvoorbeeld een gezamenlijk diner alleen compleet als er altijd een dessert is?
- Identificeer dan welke gedachte er de oorzaak van is dat je regelmatig teveel eet en schrijf deze gedachte zo eerlijk en letterlijk mogelijk op, bijv.: “Als ik met mensen samen eet MOET er ALTIJD een dessert zijn”.
- Onderzoek vervolgens deze gedachte op waarheid. Is het waar dat een gezamenlijk diner alleen compleet is mét dessert? Verwacht iedereen altijd een dessert? Maak ik iedereen blij met een dessert?
- Onderzoek dan de gedachte op doelmatigheid. Draagt deze gedachte bij aan mijn doel, nl. 5 kilo afvallen in 3 maanden?
- Bepaal dan of je wilt vasthouden aan deze gedachte. Zo niet, stel jezelf dan de vraag: welke andere gedachte zou mij helpen bij het behalen van mijn doel? Formuleer dan een nieuwe, bekrachtigende, positief gestelde gedachte, bijv.: “Ik word er blij van om samen met anderen te eten.” of “Samen eten is voor mij belangrijker dan het dessert”.
- Ga dan oefenen in het denken van deze nieuwe gedachte. Iedere keer dat je een gezamenlijk diner voorbereid en jezelf betrapt op de gedachte dat er dan ALTIJD een dessert MOET zijn, zeg je Stop! tegen deze gedachte. En zet je er actief de nieuwe gedachte voor in de plaats. Deze denk je dan een paar keer heel bewust en het liefst spreek je deze ook een keer hardop uit.
- Iedere keer als dit lukt geef je jezelf een groot compliment en vier je jouw succes.
- Iedere keer als het nog niet lukt lach je om jezelf, gun je jezelf een foutje en probeer je het gewoon nog een keer.
- Tot je op een dag vaststelt dat je niet langer gelooft in de gedachte “Als ik met mensen samen eet MOET er ALTIJD een dessert zijn”. En daarmee komt je streefgewicht een stapje dichterbij.
Veel succes!
Website Sylvia Lagerweij